Remkabel vervangen – wanneer en waarom?
Buiten- en binnenkabels, ook Bowdenkabels genoemd, zijn op een fiets slijtageonderdelen: in de loop van de tijd worden de kabels steeds verder opgerekt en staan, ondanks het gebruik van buitenkabels, bloot aan weersinvloeden. Het remgedrag is dan niet meer optimaal – Tijd dus om de remkabel te vervangen.
Hoe kun je zien dat de remkabel en de buitenkabel op je fiets niet meer optimaal zijn?
- Als er veel kracht nodig is om de remhendels te bedienen.
- Als de rem slipt, nadat je deze hebt bediend.
- Als de remhendel niet vastzit, maar heen en weer beweegt in de remgreep.
Remkabel vervangen – stap voor stap
Als je alle gereedschappen en materialen hebt, kun je beginnen om de remkabel of Bowdenkabel van je fiets met behulp van de volgende stap voor staphandleiding te vervangen. Daarbij is de procedure bij zowel voor- als achterwiel hetzelfde – bij de rem aan het achterwiel is alleen de kabel wat langer.
Stap 1 – Remkabel losmaken van de rem
Bij de gangbare velgremmen van bijvoorbeeld Contec, Shimano of Sram gaat het om V-brakes of cantileverremmen. V-brakes hebben twee remarmen, waarbij zich aan de ene remarm de kabelaanslag en aan de andere arm zich de kabelklemschroef bevindt.
Stap 2 – Remkabel uit de remhendel halen
- De stelschroef aan de remhendel zover draaien, totdat de sleuf om de remkabel te verwijderen richting remhendel gericht is.
- De remhendel licht inknijpen, om de kabel met de nippel uit de remgreep te verwijderen.
- De geloste remkabel uit de buitenkabel trekken.
Stap 4 – Nieuwe remkabel aanbrengen
- De nieuwe remkabel eerst met smeervet invetten.
- De kabel in de oude of nieuwe buitenkabel rijgen.
Stap 5 – nieuwe remkabel monteren
- Aan de remhendel eerst de nieuwe remkabel met de nippel inhangen.
- De kabel met de buitenkabel naar de rem leggen. Let erop dat de remkabel goed loopt en niet in de war komt met de versnellingskabel.
- Voordat de remkabel weer aan de rem wordt vastgemaakt, moeten de kabelgeleiding en de vouwbalg nog worden aangebracht.
- Bevestig nu de remkabel aan de rem: Hang de kabelgeleiding in en druk de rem samen, zodat de kabel gespannen wordt.
- De juiste kabelspanning: Tussen remblokjes en velgen moet aan beide zijden een afstand van ongeveer 1,5 mm worden aangehouden.
- Met de zijkniptang of de kabeltang de remkabel op de juiste lengte inkorten – de kabel moet nog ongeveer 7 cm uitsteken.
- De eindkap op de remkabel aanbrengen. Met de platbektang de eindkappen fixeren door deze licht aan te drukken.
Stap 6 – Aangrijppunt controleren
Het aangrijppunt bij de fiets is het punt waarop de rem reageert op de remhendel en de berijder weerstand voelt.
- Het aangrijppunt bij de remhendel of de rem instellen.
- De remweerstand moet ongeveer op de helft van de hendel bereikt zijn.
Stap 7 – Eindmontage en remmen controleren
- De functie van de remmen testen.
- Schroeven verder afstellen als de afstand tussen remblokjes en velg bij het remmen nog te groot is.
- Bij Shimanoremmen kan de afstand via een instelschroef tegenover de remopname worden ingesteld.
- Beweeglijkheid van het stuur testen: Bowdenkabel en versnellingskabel moeten zodanig zijn aangebracht dat er genoeg speelruimte voor het stuur is en dat de versnelling ongehinderd kan functioneren.
Als de rem na het vervangen van de remkabels goed ingesteld en getest is dan kun je weer veilig op pad met je fiets.
Gereedschappen
- Zijkniptang of kabeltang
- Combinatietang of platbektang
- Inbussleutel
Materialen
- Remkabel
- Eindkapjes
- Buitenkabel (optioneel)
- Smeervet (optioneel)
Remkabel vervangen - zo werkt het
Slipt de rem of is deze zwaar te bedienen? Om ervoor te zorgen dat jouw mechanische rem te allen tijde veilig en betrouwbaar functioneert, is het af en toe nodig om de remkabel en de buitenkabel te vervangen. Hoe je de remkabel bij V-brakes en cantileverremmen van gangbare merken als Contec zelf kunt vervangen, lees je hier:
Hoe je zelf je remblokjes kunt vervangen, leggen we uit in een andere bijdrage.
Remmen losmaken bij V-brakes
- De remkabel bij de kabelaanslag losmaken.
- Verwijder de kabel uit de remarmen. Daarvoor de schroef aan de andere remarm met de inbussleutel losmaken en de remkabel uitnemen.
- Met de zijkniptang of kabeltang de kabeleinden inclusief eindkapjes afknippen.
Bij cantileverremmen zijn de beide remarmen met elkaar verbonden met een dwarskabel die over de band geleid wordt. Via de verbindingskabel is deze dwarskabel verbonden met de Bowdenkabel.
Remmen losmaken bij cantileverremmen:
- De remkabel aan één van de remarmen losmaken.
- De klemschroef van de kabelgeleider losmaken. Trek aan de remkabel en trek hem uit de schroef.
- Verwijder de eindkapjes.